In tegenstelling tot de zwevende modules, kunnen modulaire toestellen wel allemaal samen aangesloten worden voor ze een adres krijgen.

Ga als volgt te werk:

  • Sluit de (modulaire)modules aan op de bus
  • Maak elke module aan in de software
  • Selecteer de module in de linkerkolom
  • Activeer de knop, centraal in het venster met 'Adresseren'
  • Duw 3 seconden op de adresseer-knop van de module tot de led knippert
  • Klik op de knop 'Adresseren' om de gegevens door te sturen, of annuleer.
  • De software vraagt nu, ter controle, de versie van de module op.
    Het resultaat wordt d.m.v. de groene led in de busmonitor weergegeven.
    Indien het een foute versie is, zal de software de aanpassing automatisch maken, indien mogelijk.



Mocht je langer dan 3 seconden op een adresseer-knop gedrukt hebben, terwijl het niet de bedoeling was om een module te wijzigen, wacht je tot de module vanzelf stopt met knipperen.

De gegevens van de module zijn dan niet gewijzigd.